Oriënteren
Wat is het doel?
Voor welke doelgroep?
Waarover gaat het?
Voorbereiden
Schrijf neer wat in je opkomt.
Wat is het onderwerp?
Link nu bovenstaande antwoorden aan elkaar en schrijf in kernwoorden.
Uitvoeren
Maak met de kernwoorden enkele korte zinnen.
Controleer op spelfouten.
Plaats de zinnen in de juiste volgorde.
Lees of kijk na.
Reflecteren
Enkele reflectievragen:
- Met wat had je moeite?
- Wat vond je goed ?
- Wat zou je de volgende keer anders doen?
Bekijk nu het werk van je medeleerling(en).
- Wat valt op?
- Deed iedereen het op dezelfde manier?
Naar welk werk(je) gaat jouw voorkeur uit?
- Waarom?
- Hoe heeft deze persoon het aangepakt?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Instructiekaart
DOMEIN: Schrijfvaardigheid
AARD: OVUR-methode
1 oriënteren
• Lees de opdracht grondig.
• Vraag jezelf af wat er nu precies van jou wordt verwacht.
• Bekijk enkele voorbeeldjes.
2 voorbereiden
• Denk na hoe je deze opdracht creatief kan uitwerken.
• Noteer je ideeën en vergelijk met je medestudenten.
• Maak je keuze tussen de verschillende onderwerpen/ideeën.
3 uitvoeren
• Werk je gekozen onderwerp/idee grondiger uit.
• Maak een definitieve en afgewerkte versie.
• Let op voor spelfouten!
4 reflecteren
• Controleer je eindproduct met de opdracht? Voldoe ik aan de vereisten?
• Vergelijk eventueel met je medestudenten. Wat zijn je goede punten, wat zijn je minder goede punten?
Groetjes
Femke, Jolien en Bart
Jana
Goed dat je OVUR integreert in je instructiekaart. Let wel op dat je instructies of vragen duidelijk zijn. Wat bedoel je met 'het' in 'Waarover gaat het?'? Gebruik volzinnen in plaats van halve vragen zoals 'Voor welke doelgroep?'
Bij je voorbereidingsfase moet je opletten voor een duidelijke opbouw. Het is vreemd om eerst zaken op te schrijven die in je opkomen en daarna na te denken over het onderwerp. Je volgende instructie is ook verwarrend: 'Link nu bovenstaande antwoorden aan elkaar en schrijf in kernwoorden.' Moeten de leerlingen dan de belangrijkste zaken samenvatten in kernwoorden?
Wel heel goed dat je vertrekt vanuit kernwoorden en die dan één voor één laat uitschrijven in duidelijke volzinnen. Uitstekend dat je deze zinnen nadien in de juiste volgorde laat zetten.
Bij je reflectiefase zul je per taak concrete reflectievragen moeten stellen. 'Wat vond je goed?' is voor je leerlingen te vaag.
Beste Femke, Jolien en Bart
Oriëntatiefase:
Maak concreet wat je precies verwacht van je leerling. Het is moeilijk voor een BSO-leering om zichzelf af te vragen wat van hem verwacht wordt. Noteer waar je een voorbeeld kunt vinden.
De voorbereidingsfase vinden wij goed. Leuk dat ze hun ideeën met elkaar mogen vergelijken. Kan hen inspiratie opleveren.
Uitvoeringsfase:
Jullie geven de opdracht om hun idee grondiger uit te werken. Dit vinden wij nogal vaag. Wat verwacht je precies van je leerling? Moeten ze een tekst schrijven, kernwoorden noteren ... ? Jullie wijzen op spelfouten. Hebben jullie vooropgestelde criteria? Weten de leerlingen waarop ze precies moeten letten?
Reflectiefase:
We vinden het een goed idee om de teksten met elkaar te vergelijken. Misschien is het een goed idee om de leerlingen elkaars werk te laten corrigeren. Ze kunnen de goede punten en tips noteren. Daarna kunnen de leerlingen aan de hand van deze tips hun tekst nogmaals aanpassen.
Met vriendelijke groeten
Annelies en Véronique
Een reactie posten